- Samael TakahashiMember
- Real name : Emma
Aantal berichten : 12
IC posts : 2
Character sheet
Age: 20
Occupation: Musician
Residence : Rhoynar
Woke up like this
do okt 26, 2017 11:05 pm
Ssh.
Het is al laat.
Geen lawaai maken. Al helemaal geen geschreeuw.
Waag het niet. Wat moeten de buren wel niet denken als ze dat zo horen?
Wil je de nacht weer doorbrengen in de kelder?
Samael trilde op zijn benen van de pijn, maar kneep zijn mond stijf dicht. Weigerde een geluid over zijn lippen te laten komen. Dat zou het alleen maar erger maken. Eén kleine beweging liet tranen in zijn ogen schieten. Verwoed knipperde de jongen om de tranen onder bedwang te houden.
Je zou denken dat het met de tijd makkelijker werd. Dat het verdragelijker werd om een bot te breken. Dat het geluid van krakende botten bekend werd. Je zou hopen dat je wende aan de pijn van een hete pook op je handpalm. Maar dat was niet het geval wanneer de verwondingen keer op keer geheeld werden voordat littekenweefsel kon vormen.
Maar niet vanavond. Majira had haar man verboden ook maar naar hun zoon te kijken, omdat hij het anders nooit zou leren. Leren wat de ongeschreven regels waren die zijn moeder aanhield – leren te doen wat ze wilde, zonder dat ze het hoefde te zeggen. Zich aan te passen. Daar was het voor vandaag te laat voor. Doodstil lag hij op bed, elke beweging vermijdend. De vochtige plekken op zijn plafond vormden zijn enige afleiding, hoe vermoeider hij werd hoe meer patronen hij erin leek te herkennen. Zo viel Sam uiteindelijk na uren wakker liggen in slaap. Midden in de nacht draaide hij zich om en onmiddellijk schoot hij overeind. De pijn gierde door zijn lijf, met zijn kussen tegen zijn gezicht liet hij een gedempte schreeuw van pijn ontsnappen.
De pijn maakte hem gek, elke miniscule beweging was hels. Sam hield zijn gewonde arm angstvallig tegen zijn buik gedrukt, terwijl hij richting zijn kast schuifelde. Daar zocht hij een oude lap stof, die hij provisorisch gebruikte om een soort mitella te maken. In slaap vallen lukte niet meer.
De volgende ochtend – voor zover je drie uur ’s ochtend al echt zo noemde – was Sam beneden op zoek naar iets te eten en nog belangrijker, iets om de pijn te dempen. Uiteindelijk verliet hij het huis zonder jas of sleutel, enkel een stuk brood in zijn ene hand. Zijn andere arm rustte op zijn borstkas in een lap stof met grijzige vlekken en zelfs enkele uitgedroogde bloedvlekken, met zijn vingers in een onnatuurlijke houding – haast een klauw. Hij zocht naar iets, niet precies wetend wat. Onnadenkend leidden zijn voeten hem richting een zijstraatje met allerlei kroegen en winkeltjes. Hij had iets nodig, een apotheek of een verdoving. Al was het natuurlijk nog maar de vraag of er al/nog iets open zou zijn.
[Eerste post gereserveerd voor Florence~~~ c:]
Het is al laat.
Geen lawaai maken. Al helemaal geen geschreeuw.
Waag het niet. Wat moeten de buren wel niet denken als ze dat zo horen?
Wil je de nacht weer doorbrengen in de kelder?
Samael trilde op zijn benen van de pijn, maar kneep zijn mond stijf dicht. Weigerde een geluid over zijn lippen te laten komen. Dat zou het alleen maar erger maken. Eén kleine beweging liet tranen in zijn ogen schieten. Verwoed knipperde de jongen om de tranen onder bedwang te houden.
Je zou denken dat het met de tijd makkelijker werd. Dat het verdragelijker werd om een bot te breken. Dat het geluid van krakende botten bekend werd. Je zou hopen dat je wende aan de pijn van een hete pook op je handpalm. Maar dat was niet het geval wanneer de verwondingen keer op keer geheeld werden voordat littekenweefsel kon vormen.
Maar niet vanavond. Majira had haar man verboden ook maar naar hun zoon te kijken, omdat hij het anders nooit zou leren. Leren wat de ongeschreven regels waren die zijn moeder aanhield – leren te doen wat ze wilde, zonder dat ze het hoefde te zeggen. Zich aan te passen. Daar was het voor vandaag te laat voor. Doodstil lag hij op bed, elke beweging vermijdend. De vochtige plekken op zijn plafond vormden zijn enige afleiding, hoe vermoeider hij werd hoe meer patronen hij erin leek te herkennen. Zo viel Sam uiteindelijk na uren wakker liggen in slaap. Midden in de nacht draaide hij zich om en onmiddellijk schoot hij overeind. De pijn gierde door zijn lijf, met zijn kussen tegen zijn gezicht liet hij een gedempte schreeuw van pijn ontsnappen.
De pijn maakte hem gek, elke miniscule beweging was hels. Sam hield zijn gewonde arm angstvallig tegen zijn buik gedrukt, terwijl hij richting zijn kast schuifelde. Daar zocht hij een oude lap stof, die hij provisorisch gebruikte om een soort mitella te maken. In slaap vallen lukte niet meer.
De volgende ochtend – voor zover je drie uur ’s ochtend al echt zo noemde – was Sam beneden op zoek naar iets te eten en nog belangrijker, iets om de pijn te dempen. Uiteindelijk verliet hij het huis zonder jas of sleutel, enkel een stuk brood in zijn ene hand. Zijn andere arm rustte op zijn borstkas in een lap stof met grijzige vlekken en zelfs enkele uitgedroogde bloedvlekken, met zijn vingers in een onnatuurlijke houding – haast een klauw. Hij zocht naar iets, niet precies wetend wat. Onnadenkend leidden zijn voeten hem richting een zijstraatje met allerlei kroegen en winkeltjes. Hij had iets nodig, een apotheek of een verdoving. Al was het natuurlijk nog maar de vraag of er al/nog iets open zou zijn.
[Eerste post gereserveerd voor Florence~~~ c:]
- Florence d'AmbrosioMember
- Real name : Lies
Aantal berichten : 17
IC posts : 2
Character sheet
Age: 20
Occupation: Wanderer, adventurer, whatever she wants to be.
Residence : Rhoynar
Re: Woke up like this
vr okt 27, 2017 11:01 am
the first rule of truly living is to do the thing you’re most afraid of. Haar hazelbruine ogen waren strak gericht op de woeste, op en neer deinende golven die zich eindeloos uitstrekte voorbij het schip. Haar smalle, blote voeten bungelden speels over de rand van de sloep, alsof ze de golven aan het pesten waren en hen uitdaagden om haar voetzolen te kietelen. De wind joeg een felle, zilte bries in haar gezicht en streelde vederlicht langs de contouren van haar gelaat. Haar kijkers voor een seconde in de tijd sluitend, besloot ze te genieten van het moment. Hier, zo op de open oceaan, ver weg van haar familie in Valyria, voelde Florence zich eindelijk vrij. Ze hoefde zich hier niet anders voor te doen, hoefde niet aan al die formaliteiten te voldoen om goedkeuring te krijgen van haar ouders. Ouders die in werkelijkheid niet eens haar biologische makers waren, om ze zo maar even te noemen. Het jonge meisje kon het moment dat ze daarachter kwam nog goed voor de geest halen – te goed. Ondanks dat ze altijd al het gevoel had gehad dat ze anders was, dat ze niet thuishoorde in de adellijke familie, was het nieuws toch als donderslag bij heldere hemel gekomen. Het ergste van al dit was nog wel dat ze er zelf achter had moeten komen, haar ‘ouders’ hadden altijd gezwegen als het graf. Tot ze die ene brief had gevonden… Florence werd ruw uit haar gepieker getrokken door de brute kracht van twee handen die haar van de reling wegtrokken. “Do you have a death wish, girl?” bulderde de kapitein van het schip in haar gehoorgang. Als verdoofd staarde de jonge vrouw naar het verweerde gezicht van de oudere man. “Are we almost there?” vroeg ze stoïcijns, zijn eerder gestelde vraag compleet negerend. De kapitein leek even overrompeld door haar simpele vraag, maar knikte toen zachtjes met zijn hoofd en mompelde iets in de trant van nog een uur voor ze de havens van Brightwater Keep binnen zouden varen. Haar hart maakte ongewild een sprongetje bij het vooruitzicht aan een nieuw bestaan in Rhoynar, ver weg van haar verleden in Italië. Opnieuw hing het half-indiaanse meisje over de reling van het schip, maar dit zagen haar ogen niet de woeste golven van de open zee. Nee, ze had nu het privilege om naar de florerende straten van haar nieuwe thuishaven te mogen kijken. Brightwater Keep was levendiger op dit uur van de nacht dan ze zich had voorgesteld tijdens al die weken op zee. Het was bovendien ook zo anders dan de droge woestijn van Valyria waar ze al haar hele leven vertrouwd mee was geweest. Florence draaide zich abrupt om en bedankte de kapitein voor de reis, waarna ze haar kleine verzameling aan spullen bijeenraapte en van boort ging. Ze stond te popelen om de stad te verkennen. Slenterend door de smalle steegjes gevuld met kroegjes en kleine portiekjes, keek ze haar ogen uit. Hier ergens in de straten van Brightwater Keep was haar bestaan op deze aardbol begonnen. Hoewel vrijwel alle winkels nog gesloten waren, zag ze hier en daar licht branden vanachter de ramen van enkele kroegjes. Haar maag begon onbedoeld te knorren toen ze langs een nog gesloten bakkerij liep. Door de contouren van het glas-in-lood raam zag ze de bakker en zijn vrouw druk bezig met het bakken van de lading brood voor de aankomende dag. Even hield Flo haar pas in om de geur van versgebakken brood in haar hersenspinsels op te nemen. Toen ze haar tocht wilde voortzetten, viel haar oog op een jongen die zijn ene arm in een geïmproviseerde mitella hield. Hij leek in pijn te verkeren. Even aarzelde het meisje of ze wel op een wildvreemde moest afstappen, maar hij had duidelijk hulp nodig en op dit tijdstip was er nog geen apotheek in de wijde omgeving open. Ze kon hem moeilijk aan zijn lot overlaten, terwijl zij over een helende gave beschikte. Twijfelend stapte Florence op de Aziatische jongen af. “Dat ziet er niet bepaald goed uit.” begon ze, wijzend naar de met bloed bespatte mitella. Haar blik werd naar de ogen van de jongeman getrokken. Een vriendelijke, bezorgde glimlach speelde met haar mondhoeken. “Mijn naam is Florence.” |
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum