- GastGast
Strike a match
di okt 24, 2017 10:51 pm
RISE AND RISE AGAIN UNTIL LAMBS BECOME LIONS De witte hengst van Larethian staat te trippelen op zijn benen terwijl de man op het paard springt. Vrij ongeduldig springt het dier heen en weer en weet hij hem met moeite in bedwang te houden. Easy boy. Bromt hij op een scherpe toon. Zodra ook de rest van zijn mannen zich bij hem hebben gevoegd laat hij de witte hengst met een vlotte pas onder hem weg draven. Zijn gezicht staat star, koud. Haast emotieloos. In een snelle tred baant het gezelschap zich een weg door Archeon, door het woeste landschap wat zich rond Archeon bevond. Richting de dichte bossen van Navarre. Gedachtenloos verzonken laat hij het sterke dier onder zich de vrije loop. Hoe eerder ze de grens van Navarre bereikten. Hoe beter. Het was rustig in het land. Veel té rustig. Alsof er een onheilspellende storm op komst was die de grond letterlijk en figuurlijk onder je voeten weg wilde slaan. De stilte voor de storm ook wel genoemd. Dat was precies de rede waarom Larethian zich vandaag met een aantal krijgsmannen een weg baande richting Navarre. Hij wilde weten wat precies het plan was bij een eventuele aanval van buitenaf. De laatste weken had hij zich bezig gehouden met het versterken van de troepen bínnen het kasteel. De geheime gangen werden in kaart gebracht, vernieuwd en verstevigd. Tot irritatie van Dacosta aan toe. Ze had zijn beschermende gedrag wel begrepen maar de laatste dagen leek hij vrijwel van de wereld te zijn. Hij had alleen maar aan zijn plannen kunnen denken, niets deed er op dat moment toe. En niet alleen 'zijn' thuis was hiermee gemoeid. Maar ook die van zijn meest trouwe "vriend". Thriumph was als een broer voor hem. Ze deelden dezelfde gedachtes en toch heersten zij over een verschillend landschap met andere leefwijzen en culturen en toch kon hij iedere keer weer op hem terugvallen als Lareth hem nodig had. Sinds hij zijn "baan" bij de Koningsgarde op had moeten geven om het land te regeren samen met zijn geliefde had hij het strategische schaakspel gemist. Hij miste de actie die het op sommige moment met zich meenam en hij miste het schakelen tussen de guards waar hij goed mee op kon schieten. Daarom had hij zijn meest trouwe volgelingen meegenomen op deze route richting het noorden. Steeds houdt hij zijn blik gefocust op de objecten die steeds groter werden naarmate de mannen hun weg door het mulle zand baanden. Vele uren later en vele zandduinen verder komen ze dan eindelijk aan bij de bergketen die de twee landen met elkaar scheiden. Zo is het altijd geweest en zo zal het ook altijd zijn. Navarre en Valyria waren een van de weinige landen die tot nu toe nog geen problemen met elkaar hadden en hij wilde het dan ook graag zo houden. Zodra het manschap zijn weg heeft gebaand langs de grenzen van de gebieden en de namiddag begon te vallen zet Larethian zijn hengst in draf en uiteindelijk in stap. Zijn helblauwe ogen gericht op dat geen wat zich voor hem bevond. We will rest here for the night. Make sure to set up a camp. Arys and Balon will go with me for a hunt. beval hij de mannen die zichzelf meteen in beweging zetten. Een korte grijns verscheen op de man zijn gelaat terwijl hij zijn lippen aflikte. Hij was wel in voor een jachtpartij. Ragnar. LARETHIAN T. AKESH |
- Ragnar TenebraeMember
- Real name : Lies
Aantal berichten : 43
IC posts : 10
Character sheet
Age: 26
Occupation: Assassin
Residence : Navarre
Re: Strike a match
di jan 16, 2018 12:13 am
Ragnar He was something violent and fierce De pijn van de geïnfecteerde wond op zijn schouderblad doorklief zijn spieren en zenuwen als een vlijmscherp zwaard. Het was net alsof bij elke hobbel in de weg hij het moment van de verwonding opnieuw in volle glorie herleefde. Zodra zijn gedachten hun weg hadden gevonden naar de herinneringen die hij aan die ene dag had overgehouden, voelde het alsof de donkerharige man er compleet door opgeslokt werd. De kilte die afstraalde van de stenen muren van de ondergrondse kerkers van het kasteel doorboorde zijn schouderbladen en ruggenwervels, terwijl Ragnar ongeduldig tegen de muur geleund bleef staan, wachtend op zijn spionnen die elk moment met de Dauphin konden arriveren. Hij voelde hoe zijn handen ernaar jeukten om binnen nu en zeer korte tijd eindelijk – na al die jaren van zorgvuldig plannen en wachten – een einde te kunnen maken aan Vestyns leven. Het moment had zich al tientallen malen in zijn brein afgespeeld, iedere keer gruwelijker en nog langzamer dan de vorige. Ragnar zou zijn halfbroertje flink laten lijden, zoals hij al die jaren lijdzaam had moeten toezien hoe hij gepamperd werd als de kroonprins van Valance. De bruinharige man spitste zijn oren toen voetstappen in de gang zijn aandacht deden trekken. Een smerige grimas sierde zijn lippen terwijl zijn lichaam zich afzette van de stenen muur en zijn benen hem in de richting van het geluid droegen. Ragnar was bijna bij de bron van de voetstappen toen een schelle kreet en het daaropvolgende geweld hem daar echter van weerhielden. Voor een luttele seconde bleef de man verward in zijn pas staan, lichtelijk verward door wat hij zonet gehoord had, waarna zijn verstand algauw een einde maakte aan het getreuzel en hem in de richting dwong van het nog onbekende scenario. Wat Ragnars groene kijkers registreerden bij aankomst op de plaats delict, was iets wat hij absoluut niet had zien aankomen en daardoor ook niet meteen wist hoe hij hierop moest anticiperen. Vestyn had zojuist het leven van twee van zijn handlangers genomen en stond daar, besmeurd onder het okerrode bloed van zijn slachtoffers, met een verwilderde blik in zijn oceaanblauwe ogen te wachten tot hij zijn derde en tevens laatste slachtoffer kon maken. Ragnar. Razendsnel stormde de blondharige man op zijn halfbroer af, waarbij het zwaard in zijn handen als een lans voor hem uitstak, klaar om het vlees van Ragnar te doorboren. Wat hem ook gelukt was, als Ragnar niet op tijd weg was gedoken. De bastaardzoon was weliswaar lichter bewapend dan zijn jongere broer, maar een mes kon net zo goed dodelijk zijn. Zijn hand greep vlijmsnel naar het lemmet dat aan zijn riem gebonden zat, waarna hij uithaalde naar de keel van Vestyn. Door een snelle beweging van diens kant, raakte hij echter niet meer dan de buitenste laag van zijn kledij. Een troosteloze scheur werd daarbij achtergelaten. Vloekend deed Ragnar een tweede poging om Vestyn te overmeesteren, maar de Dauphin leek andere plannen te hebben. In plaats van een gelukte overmeestering, voelde de donkerharige man hoe het koude metaal van Vestyns zwaard zijn schouderspieren doorboorde en een immense pijn achterliet waar het vlees gescheurd was. De pijn werd binnen no-time ondragelijk waardoor zwarte vlekken voor zijn gezichtsveld dansten en hij langzaam de grip op zijn bewustzijn verloor. Het laatste wat zijn diepgroene kijkers zagen voordat alles compleet zwart werd, was hoe de blondharige man uit de ruimte verdween en hem voor dood achter liet. Naast de bijna ondraagbare pijn die de verwonding hem schonk, was er een ding dat sterker was. En dat was de immense woede die momenteel zijn aderen verschroeiden. Hij had voor een seconde niet opgelet en alles waar hij zo hard naar toe had gewerkt was in het water gevallen. De moord op Queen Adaline – uitgevoerd door Faylice – mocht dan wel geslaagd zijn, maar de daaropvolgende ontvoering en de executie van Vestyn waren beiden mislukt. Beiden door zijn onoplettendheid. Zijn halfbroer was ontsnapt en waar Faylice nu was, had hij ook geen weet van. Zijn spionnen hadden geen van beide weten te lokaliseren tot op de dag van vandaag. Dus was Ragnar noodgedwongen zwaargewond op zijn valkkleurige ros gestapt en zelf naar de meest voor de hand liggende locatie afgereisd waar beide personen zich waarschijnlijk bevonden: Navarre. Weken waren echter verstreken zonder enig succes geboekt te hebben. Ragnar had zowat elke millimeter van Navarre afgezocht, maar had tot nu toe vrijwel geen vooruitgang in zijn zoektocht geboekt. Het was alsof hij zocht naar een twee spelden in een hooiberg. Met andere woorden: hopeloos. En toch had de man de hoop nog niet opgegeven. Zou hij dat wel hebben gedaan, dan zou hij zijn recht op de troon van Valance verloren hebben, en dat was wel het laatste wat hij wilde. Al zou Ragnar naar het einde van de wereld moeten reizen om Faylice en Vestyn te vinden, dan zou hij dat nog doen ook. Hij zou voor niets of niemand zijn toekomstdroom opgeven. Op een dag zou hij de troon van Valance bestijgen en over het land van zijn vader regeren. De donkerharige man werd uit zijn gedachtestroom getrokken toen de valkkleurige hengst onder hem onrustig op diens plaats begon te dribbelen. Het dier was altijd al vrij nerveus geweest, maar Ragnar kon het altijd haarfijn aanvoelen als er meer aan de hand was dan een beetje aanstellerij. De pijn in zijn schouder negerend, rechtte hij zijn rug en luisterde vervolgens aandacht naar wat de geluiden in zijn directe omgeving hem te vertellen hadden. Na enkele tellen werd hem duidelijk dat hij niet lang meer alleen zou zijn. Dankzij de karige beschutting die de zandduinen hem te bieden hadden, lokaliseerden zijn diepgroene kijkers algauw een groepje mannen. Vrijwel meteen was Ragnar op zijn hoede, wetend dat dit weleens foute boel kon zijn. Ondanks het dreigende gevaar, spoorde hij zijn ros toch aan in de richting van de vreemdelingen. Eenmaal dichterbij gekomen, waren zijn ogen in staat om eentje vaag te herkennen. Hij kon zijn vinger er echter nog niet op leggen wie hij precies voor zich had. Maar ergens voelde de man dat het niet lang zou duren voordat hij die informatie eigen kon maken. welcome to the chaos |
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum