- Denzel SladeMember
- Aantal berichten : 59
IC posts : 19
Character sheet
Age: 36
Occupation: ̶Q̶u̶a̶c̶k̶ best doctor
Residence : Navarre
Denzel Slade
vr feb 09, 2018 6:23 am
Denzel D. Slade
"after all, the biggest monsters are human"
I D E N T I T Y
Name: Denzel Dimitri Slade
Alias: Dr. Slade
Age: 36 years
Birthdate: October 27th
P.O.B: Navarre
Ethnicity: Caucasian
Zodiac Sign: Scorpio
Gender: Male
Race: Human
Sexuality: Heterosexual
Occupation: Quack/plague doctor (serious criminal)
Magic: Telekinesis
Faceclaim: Joseph Oda
Voice: Barry Yandell (0:00-0:22 | 0:29-0:37 | 0:44-0:50)
Skin color: White/pale
Hair color: Black
Hair length: Short, neatly slicked back
Eye color: A cold, piercing silver like Skørravir's icy plains. A sharp glare like a falcon's
Height: 1.78 cm
Weight: 70 kg
Build: Slim, slightly fit
Overall appearance: Snobby maar strak, tot in de puntjes verzorgd. Gehuld in kraakwitte onderkleding en donkere gewaden. Bleek, scherpe gezichtskenmerken - zwart en wit vormen een sterk contrast. Zorgvuldig geschoren en iedere zwarte lok secuur langs zijn haarlijn gelegd. Een klinische koude air om hem heen die doktoren zich eigen zijn, hoewel hij zich vriendelijk opstelt.
Attributes:
Glasses
Denzel's bril is er typisch eentje zoals je die in de middeleeuwen als vroeger ontwerp kunt aantreffen, voornamelijk gedragen door geleerden en filosofen. Bifocals met dikke glazen en een groot zwart frame, bij de neusbrug bijeen gehouden door een linnen koord.
Gloves
Hij is vrijwel altijd te zien in een paar lederen handschoenen, zodat hij ieder geschikt moment gereed is om zijn werk uit te kunnen voeren. In feite is het zeldzaam om hem zonder te zien, wat misschien kan wijzen op dwangmatige netheid.
Ebony Wooden Cane
Denzel heeft vaak een staf aan zijn zijde, of om een arm. Hij gebruikt het als steun bij het lopen van korte afstanden of om er zijn gewicht op te laten rusten. Of hij dit faket om de indruk te wekken van een minder mobiele man zodat hij altijd een uitweg heeft om er plotseling heel snel tussenuit te knijpen, of daadwerkelijk last heeft van iets, is onbekend. Het schijnt ook veel mensen te verrassen dat het in feite een verborgen sabel is die hij uit de schaft van de stok kan trekken, wanneer de nood aan de man is.
Attributes:
Glasses
Denzel's bril is er typisch eentje zoals je die in de middeleeuwen als vroeger ontwerp kunt aantreffen, voornamelijk gedragen door geleerden en filosofen. Bifocals met dikke glazen en een groot zwart frame, bij de neusbrug bijeen gehouden door een linnen koord.
Gloves
Hij is vrijwel altijd te zien in een paar lederen handschoenen, zodat hij ieder geschikt moment gereed is om zijn werk uit te kunnen voeren. In feite is het zeldzaam om hem zonder te zien, wat misschien kan wijzen op dwangmatige netheid.
Ebony Wooden Cane
Denzel heeft vaak een staf aan zijn zijde, of om een arm. Hij gebruikt het als steun bij het lopen van korte afstanden of om er zijn gewicht op te laten rusten. Of hij dit faket om de indruk te wekken van een minder mobiele man zodat hij altijd een uitweg heeft om er plotseling heel snel tussenuit te knijpen, of daadwerkelijk last heeft van iets, is onbekend. Het schijnt ook veel mensen te verrassen dat het in feite een verborgen sabel is die hij uit de schaft van de stok kan trekken, wanneer de nood aan de man is.
C H A R A C T E R
Traits: smooth, intelligent, calm and collected, calculated, hygienic, well-prepared, punctual, gentleman (or, he appears to be) // dubious, sarcastic, not trustworthy, sly, prone to OCD tendencies, great lack of empathy, cruel, dangerous
Zelfbenoemd arts. Leverancier van gebottelde wonderen, kruiden en zalfjes. Voor alledaags gemak - voor het behouden en onderhouden van schoonheid - voor dat ene kwaaltje waar het daglicht niet schijnt. Met andere woorden: je hebt een rasechte kwakzalver voor je neus. Denzel brengt zichzelf te berde als een bekwaam zakenman en verfijnd dokter. Dit houdt dus onder andere het gebruik van onschuldige zeldzame kruiden in - tot lugubere praktijken zoals lobotomie. Alles om de zieken en zwakkeren van dienst te zijn, gegarandeerd. 'Er is niets mis met die dokter. Ik zou geen andere willen,' stateert menig burger. Hij is vriendelijk, geduldig, behulpzaam, kalm, berekenend en charmant. Bovendien is hij zo genegen om me dit wondermiddeltje voor een paar dukaten korting te doen!
Dat zeldzame drankje tegen keelpijn? Niets meer dan een papje uit fijngemalen fruit en ossenpis. Die zeldzame fluit van Valyriaans goud om je in slaap te brengen? Gemaakt uit het geamputeerde, goede been van die kreupele zwerver die twee dagen geleden nog op de hoek van de straat zat te bedelen. En al die potjes op de ladekastjes die onder het doek achter in zijn tentje verborgen staan - dat weet niemand behalve hij. En die griezelige naaktkat van hem die dwars door je ziel lijkt te kunnen kijken.
De hele sfeer rondom Denzel is gewoon off. Wat er daadwerkelijk schuilt onder die prettige allure is een man met twee gezichten, en een ongestilde honger die niets te maken heeft met vampiers of weerwolven, maar alles met de gulzigheid van de mens.
Een kannibalistische, welteverstaan. Denzel neemt een groot interesse in de lichaamsdelen die iemand geweldige krachten geeft; het sturen van een magisch element, handen die kunnen helen, ogen die in het donker kunnen kijken. Wat er zich achter de schermen van zijn aangename tentje en zijn vriendelijke houding afspeelt zijn ongewassen zaken, ontvoeringen, soms gesloten contracten met premiejagers die het vuile werk voor hem opknappen. Alles om zijn klauwen in deze bijzonder getalenteerde mensen te slaan. Om de betreffende lichaamsdelen in drankjes te verwerken, of onder hoge kosten operatief op een patiënt te plaatsen die er heilig van overtuigd is dat het hem dezelfde krachten zal schenken. De rest van zo'n lichaam - het 'vleesafval' - beland diezelfde avond nog op zijn bord. Wie close genoeg kan worden, komt erachter dat Denzel een sicko is. Geleidelijk of misschien pas wanneer het al te laat is, want de geslepen man weet zijn rol goed uit te spelen.
Zelfbenoemd arts. Leverancier van gebottelde wonderen, kruiden en zalfjes. Voor alledaags gemak - voor het behouden en onderhouden van schoonheid - voor dat ene kwaaltje waar het daglicht niet schijnt. Met andere woorden: je hebt een rasechte kwakzalver voor je neus. Denzel brengt zichzelf te berde als een bekwaam zakenman en verfijnd dokter. Dit houdt dus onder andere het gebruik van onschuldige zeldzame kruiden in - tot lugubere praktijken zoals lobotomie. Alles om de zieken en zwakkeren van dienst te zijn, gegarandeerd. 'Er is niets mis met die dokter. Ik zou geen andere willen,' stateert menig burger. Hij is vriendelijk, geduldig, behulpzaam, kalm, berekenend en charmant. Bovendien is hij zo genegen om me dit wondermiddeltje voor een paar dukaten korting te doen!
Dat zeldzame drankje tegen keelpijn? Niets meer dan een papje uit fijngemalen fruit en ossenpis. Die zeldzame fluit van Valyriaans goud om je in slaap te brengen? Gemaakt uit het geamputeerde, goede been van die kreupele zwerver die twee dagen geleden nog op de hoek van de straat zat te bedelen. En al die potjes op de ladekastjes die onder het doek achter in zijn tentje verborgen staan - dat weet niemand behalve hij. En die griezelige naaktkat van hem die dwars door je ziel lijkt te kunnen kijken.
De hele sfeer rondom Denzel is gewoon off. Wat er daadwerkelijk schuilt onder die prettige allure is een man met twee gezichten, en een ongestilde honger die niets te maken heeft met vampiers of weerwolven, maar alles met de gulzigheid van de mens.
Een kannibalistische, welteverstaan. Denzel neemt een groot interesse in de lichaamsdelen die iemand geweldige krachten geeft; het sturen van een magisch element, handen die kunnen helen, ogen die in het donker kunnen kijken. Wat er zich achter de schermen van zijn aangename tentje en zijn vriendelijke houding afspeelt zijn ongewassen zaken, ontvoeringen, soms gesloten contracten met premiejagers die het vuile werk voor hem opknappen. Alles om zijn klauwen in deze bijzonder getalenteerde mensen te slaan. Om de betreffende lichaamsdelen in drankjes te verwerken, of onder hoge kosten operatief op een patiënt te plaatsen die er heilig van overtuigd is dat het hem dezelfde krachten zal schenken. De rest van zo'n lichaam - het 'vleesafval' - beland diezelfde avond nog op zijn bord. Wie close genoeg kan worden, komt erachter dat Denzel een sicko is. Geleidelijk of misschien pas wanneer het al te laat is, want de geslepen man weet zijn rol goed uit te spelen.
M A G I C
De man vind zichzelf niet genoeg hebben aan de kracht van leugens en schemes alleen. Hij hecht waarde aan zijn intelligentie, maar voelt zich nutteloos in een gevaarlijke wereld vol magische bestiën zonder zijn eigen magische kracht: telekinese. Dat vormt ook de reden waarom hij zijn diep gekoesterde magie met bloed, zweet en tranen door de jaren heen heeft uitgeslepen tot een niveau dat als vrij krachtig kan worden beschouwd. Ramen spatten kapot. Wapens klieven zich door een onzichtbare kracht door de lucht. Botten kunnen zodanig worden verbogen dat ze verbrijzelen. Zolang de juiste hoeveelheid concentratie er is op een persoon of object, komt het hem natuurlijk - hoewel het bloed na enige tijd uit zijn neus en oren sijpelt en het zijn tol eist wanneer hij er te lang de druk op legt, in extreme gevallen met fatale afloop voor hemzelf als hij er niet de balans in kan vinden. Zijn telekinese vormt ook een uitgangspunt om zijn identiteit enigszins te kunnen blijven bemantelen en belagers die op zijn staart zitten te verwarren: zo kan hij het laten lijken alsof hij elemental control heeft door de lucht om iemand heen te verplaatsen, door planten te laten bewegen, of stukjes steen in het rond te laten vliegen. Niets meer dan kleine trucjes, maar heel nuttig als je iedereen een stap voor wil blijven.
P A S T
'Do you like what you see, Milady?'
In een nederige buiging schuifelt de donkerharige arts achteruit, zijn gezicht richting de grond en een hand losjes tegen zijn borst geplaatst. De Lady rochelt moeilijk achter een hand, maar glimlacht bij het aanzicht van het troebele drankje. Triest, ja. Enigszins hoopvol, toch. Missie geslaagd. Inlikken bij de hogere klassen, hoe eenvoudig ging dat toch tegenwoordig?
Lady Marion was een goedgelovige vrouw op middelbare leeftijd van een minder bekend adellijk huis, die Denzel een positie in haar Hof bood als vaste dokter. Ze was weliswaar ziek; maar ze had een huid zo blank als lelies, doorzichtig haast, en handen geurend naar kamille om een mannenkaak liefdevol mee te kunnen beroeren, zacht als een babyhuid gebleven doordat ze nooit een dag in haar leven arbeid had hoeven te verrichten. De fijnste fysieke tederheid en de meest delicate textuur van vlees die Denzel ooit had mogen ervaren - zij het kortstondig door middel van een kus op de hand, zoals het iedere gast naar de etiquette betaamde. Maar daar hoefde het niet bij te blijven.
Links en rechts had hij zich verdiept in het medische vlak en wist zich met de basisdingen en een hoop mooie praatjes wel uit de voeten om geloofwaardig resultaat te leveren. Hij ging dus maar al te graag op haar aanbod in. Ze leken namelijk hard een dokter nodig te hebben. Het was een tegenspoed voor Lady Marion dat er een plotselinge, en uiteindelijk fatale ziekte in haar familielijn was uitgebroken, die, zoals men geloofde, van ouder op zoon en dochter werd doorgegeven. Zelf al in een ver stadium verzwakt door de aandoening, en zwanger van een kind, rekende ze op Denzel om een geneesmiddel uit te vinden. Haar man Lord Faasa, een halfelf die in zijn jongere jaren de kunst van de vuurmagie beoefende, smeekte om een betere toekomst voor zijn kindje. Zijn oudste zoon was namelijk al aan de ziekte overleden. De klok tikte. Denzel, met een zwak voor de Lady en geen greintje medeleven voor de Lord, zette zijn zinnen om Marion tevreden te houden. Het stak hem alleen bijzonder erg dat Faasa en haar tweede zoon in de weg stonden van zijn geluk. Én dat van Marion. Was dat immers ook niet wat ze wilde?
Hij zag wel hoe ze naar hem keek...
In de vroege donderdagochtend zat Lord Faasa in zijn hoge eikenhouten stoel achter de eettafel. Terwijl de meute aan bedienden, cup bearers en familieleden de zaal binnen dromde, was niemand zich ervan bewust dat er een lijk aan tafel zat, ingesmeerd met een zeer brandbare olie gewonnen uit een Aztlantische plant. Denzel framede het aan de andere kant van de kamer als zelfmoord, simpelweg door met zijn telekinese een vonkje uit de haard over te laten springen. Niets meer dan een gebroken aristocraat die kapot van verdriet was aan de gedachte niet alleen zijn vrouw, maar ook zijn laatste zoon te moeten verliezen, en zichzelf in de hens zette met eigen magiegebruik. De nacht ervoor had de oude man het zich met een boek gemakkelijk gemaakt in zijn fauteuil in de archievenkamer, zoals hij zo vaak deed om de nodige afleiding te zoeken. En zoals waar Denzel zo vaak iedere avond kwam om hem zijn 'medicijn' te komen brengen. Het was geen moeilijke moord geweest.
Om van het ongeboren kind af te komen én Marion de illusie voor te houden dat hij steeds met andere, betere medicijnen kwam, ging Denzel over tot de tweede stap. Het adellijke paar had het niet over het hart kunnen verkrijgen om de eerste zoon te moeten verbranden, zoals dat wel aangeraden was om verspreiding van de ziekte binnen de familie tegen te gaan. Alle leden van het huis werden begraven op het familiekerkhof, met een prachtig, uiterst goed verzorgd persoonlijk graf. Het was een stoffige klus om het graf om te woelen, de restanten van het jongetje eruit te halen en te vermalen tot een drabbig grijs drankje dat hij de Lady aanbood als hét wondermiddel. Die ziektekiemen van haar eerste zoon zouden in haar bloed opgenomen worden, haar stadium verergeren en zo het dodelijke werk in haar baarmoeder wel afmaken - zo luidde zijn plan. Hij nam dolgraag het zekere voor het onzekere, maar nodig was het niet geweest: Lady Marion was al zover toegetakeld dat ze alleen nog maar vanuit haar ziektebed de dienst uitmaakte. Het kind stierf bij de geboorte al voor het het eerste daglicht had gezien - en Marion stierf niet lang erna met hem.
Maar dat gaf niet. Het ging Denzel namelijk niet om een toekomst met Marion, om haar in een romantische wandeling over een ver strand te begeleiden of haar 's avonds in zijn armen te kunnen sluiten. Niet per se in levende staat, in ieder geval. De familielijn van het huis kwam abrupt tot een eind, en het duurde niet lang voor een nieuwe familie de burcht overnam en haar intrek maakte. Bij die tijd was Denzel al lang met de noorderzon vertrokken - samen met Marion. Dat had hij namelijk nog niet, adellijk vlees. Het enige lijk waar hij nooit de vruchten van plukte. Hij werd obsessief over haar, nog meer dan hij in zijn tijd van dienstverlening op het kasteel was geweest. Het werd een routine om haar de mooiste gewaden aan te trekken, in een stoel te zetten en met haar te dineren, onderwijl haar zachte maar koude handen beroerend. Toen het levenloze lichaam zich begon te ontbinden en de stank toch echt ondraaglijk werd, zelfs voor hem, deed hij zoals hij met ieder lijk deed: stukken bewaren. Meer als heilige relikwieën dan pronkstukken.
De ondergang van de familie werd afgeschoven op de ziekte, en dat was dat. Niemand is er ooit achter gekomen dat de kwakzalver ver voor zijn komst in het kasteel al zijn plannen beraamde, door vooraf het vee in het binnenhof te besmetten, en daarmee indirect de melk, het vlees en de eieren infecteerde. Er zelf nauwkeurig voor zorgend dat hij niets op het kasteel at en zijn maaltijden in tavernes nuttigde, bleef hij zelf onbesmet. Zelfs al zou het ooit aan het licht komen, legt hij de schuld bij Marion. Dan had ze zich maar niet onder het gewone volk, bij zijn tent moeten vertonen en hem moeten betoveren met haar verschijning. Hij vind het hoogst amuserend dat zoveel mensen schijnen te vergeten dat je je eigen regie kunt schrijven, zolang je er maar voor zorgt over je schouder te blijven gluren.
Tegenwoordig reist Denzel overal en nergens rond om zijn diensten aan te bieden, in een tent of een gehuurde kamer. Voornamelijk is hij op de rumoerige markten in de grotere, drukkere steden te vinden. Op het moment is hij, naast zijn 'werk', ook druk bezig om geld bijeen te schrapen en een kindertehuis (lees: persoonlijk slachthuis) voor wezen overeind te zetten. Niemand mist immers de dolende sloebers van de lagere klassen.
In een nederige buiging schuifelt de donkerharige arts achteruit, zijn gezicht richting de grond en een hand losjes tegen zijn borst geplaatst. De Lady rochelt moeilijk achter een hand, maar glimlacht bij het aanzicht van het troebele drankje. Triest, ja. Enigszins hoopvol, toch. Missie geslaagd. Inlikken bij de hogere klassen, hoe eenvoudig ging dat toch tegenwoordig?
Lady Marion was een goedgelovige vrouw op middelbare leeftijd van een minder bekend adellijk huis, die Denzel een positie in haar Hof bood als vaste dokter. Ze was weliswaar ziek; maar ze had een huid zo blank als lelies, doorzichtig haast, en handen geurend naar kamille om een mannenkaak liefdevol mee te kunnen beroeren, zacht als een babyhuid gebleven doordat ze nooit een dag in haar leven arbeid had hoeven te verrichten. De fijnste fysieke tederheid en de meest delicate textuur van vlees die Denzel ooit had mogen ervaren - zij het kortstondig door middel van een kus op de hand, zoals het iedere gast naar de etiquette betaamde. Maar daar hoefde het niet bij te blijven.
Links en rechts had hij zich verdiept in het medische vlak en wist zich met de basisdingen en een hoop mooie praatjes wel uit de voeten om geloofwaardig resultaat te leveren. Hij ging dus maar al te graag op haar aanbod in. Ze leken namelijk hard een dokter nodig te hebben. Het was een tegenspoed voor Lady Marion dat er een plotselinge, en uiteindelijk fatale ziekte in haar familielijn was uitgebroken, die, zoals men geloofde, van ouder op zoon en dochter werd doorgegeven. Zelf al in een ver stadium verzwakt door de aandoening, en zwanger van een kind, rekende ze op Denzel om een geneesmiddel uit te vinden. Haar man Lord Faasa, een halfelf die in zijn jongere jaren de kunst van de vuurmagie beoefende, smeekte om een betere toekomst voor zijn kindje. Zijn oudste zoon was namelijk al aan de ziekte overleden. De klok tikte. Denzel, met een zwak voor de Lady en geen greintje medeleven voor de Lord, zette zijn zinnen om Marion tevreden te houden. Het stak hem alleen bijzonder erg dat Faasa en haar tweede zoon in de weg stonden van zijn geluk. Én dat van Marion. Was dat immers ook niet wat ze wilde?
Hij zag wel hoe ze naar hem keek...
In de vroege donderdagochtend zat Lord Faasa in zijn hoge eikenhouten stoel achter de eettafel. Terwijl de meute aan bedienden, cup bearers en familieleden de zaal binnen dromde, was niemand zich ervan bewust dat er een lijk aan tafel zat, ingesmeerd met een zeer brandbare olie gewonnen uit een Aztlantische plant. Denzel framede het aan de andere kant van de kamer als zelfmoord, simpelweg door met zijn telekinese een vonkje uit de haard over te laten springen. Niets meer dan een gebroken aristocraat die kapot van verdriet was aan de gedachte niet alleen zijn vrouw, maar ook zijn laatste zoon te moeten verliezen, en zichzelf in de hens zette met eigen magiegebruik. De nacht ervoor had de oude man het zich met een boek gemakkelijk gemaakt in zijn fauteuil in de archievenkamer, zoals hij zo vaak deed om de nodige afleiding te zoeken. En zoals waar Denzel zo vaak iedere avond kwam om hem zijn 'medicijn' te komen brengen. Het was geen moeilijke moord geweest.
Om van het ongeboren kind af te komen én Marion de illusie voor te houden dat hij steeds met andere, betere medicijnen kwam, ging Denzel over tot de tweede stap. Het adellijke paar had het niet over het hart kunnen verkrijgen om de eerste zoon te moeten verbranden, zoals dat wel aangeraden was om verspreiding van de ziekte binnen de familie tegen te gaan. Alle leden van het huis werden begraven op het familiekerkhof, met een prachtig, uiterst goed verzorgd persoonlijk graf. Het was een stoffige klus om het graf om te woelen, de restanten van het jongetje eruit te halen en te vermalen tot een drabbig grijs drankje dat hij de Lady aanbood als hét wondermiddel. Die ziektekiemen van haar eerste zoon zouden in haar bloed opgenomen worden, haar stadium verergeren en zo het dodelijke werk in haar baarmoeder wel afmaken - zo luidde zijn plan. Hij nam dolgraag het zekere voor het onzekere, maar nodig was het niet geweest: Lady Marion was al zover toegetakeld dat ze alleen nog maar vanuit haar ziektebed de dienst uitmaakte. Het kind stierf bij de geboorte al voor het het eerste daglicht had gezien - en Marion stierf niet lang erna met hem.
Maar dat gaf niet. Het ging Denzel namelijk niet om een toekomst met Marion, om haar in een romantische wandeling over een ver strand te begeleiden of haar 's avonds in zijn armen te kunnen sluiten. Niet per se in levende staat, in ieder geval. De familielijn van het huis kwam abrupt tot een eind, en het duurde niet lang voor een nieuwe familie de burcht overnam en haar intrek maakte. Bij die tijd was Denzel al lang met de noorderzon vertrokken - samen met Marion. Dat had hij namelijk nog niet, adellijk vlees. Het enige lijk waar hij nooit de vruchten van plukte. Hij werd obsessief over haar, nog meer dan hij in zijn tijd van dienstverlening op het kasteel was geweest. Het werd een routine om haar de mooiste gewaden aan te trekken, in een stoel te zetten en met haar te dineren, onderwijl haar zachte maar koude handen beroerend. Toen het levenloze lichaam zich begon te ontbinden en de stank toch echt ondraaglijk werd, zelfs voor hem, deed hij zoals hij met ieder lijk deed: stukken bewaren. Meer als heilige relikwieën dan pronkstukken.
De ondergang van de familie werd afgeschoven op de ziekte, en dat was dat. Niemand is er ooit achter gekomen dat de kwakzalver ver voor zijn komst in het kasteel al zijn plannen beraamde, door vooraf het vee in het binnenhof te besmetten, en daarmee indirect de melk, het vlees en de eieren infecteerde. Er zelf nauwkeurig voor zorgend dat hij niets op het kasteel at en zijn maaltijden in tavernes nuttigde, bleef hij zelf onbesmet. Zelfs al zou het ooit aan het licht komen, legt hij de schuld bij Marion. Dan had ze zich maar niet onder het gewone volk, bij zijn tent moeten vertonen en hem moeten betoveren met haar verschijning. Hij vind het hoogst amuserend dat zoveel mensen schijnen te vergeten dat je je eigen regie kunt schrijven, zolang je er maar voor zorgt over je schouder te blijven gluren.
Tegenwoordig reist Denzel overal en nergens rond om zijn diensten aan te bieden, in een tent of een gehuurde kamer. Voornamelijk is hij op de rumoerige markten in de grotere, drukkere steden te vinden. Op het moment is hij, naast zijn 'werk', ook druk bezig om geld bijeen te schrapen en een kindertehuis (lees: persoonlijk slachthuis) voor wezen overeind te zetten. Niemand mist immers de dolende sloebers van de lagere klassen.
T R I V I A
• Denzel's Sphynx-kat (of naaktkat) heet Church, naar Churchill.
• Hij heeft een eigenaardige obsessie met sleutels en maakt er een bezigheid van om hele bossen te verzamelen van zijn overleden slachtoffers
• Eén van zijn trucjes om meer geld binnen te halen is het volstoppen van syringes met lichaamssappen die een virus bevatten, en deze in zieke patiënten te injecteren zodat deze later bij hem terug blijven komen
• In gevallen waarbij hij zelf vieze klusjes moet klaren die betrekking hebben tot moord, draagt Denzel een pestmasker om zijn identiteit verborgen te houden
• Hij zal hoogstwaarschijnlijk niet lief kunnen hebben zonder dat het in conflict komt met zijn manie naar vlees
• Denzel is geen alchemist en is hierin ook niet geleerd; hij kan alleen behoorlijk goed de indruk wekken dat hij er enige kennis van heeft.
• Zijn favoriete delicatesse is elf
- Dacosta LaendaerysAdministrator
- Real name : Michelle
Aantal berichten : 599
IC posts : 46
Character sheet
Age: 38
Occupation: Queen of Fallen Skies
Residence : Archeon
Re: Denzel Slade
vr feb 09, 2018 10:25 pm
Geaccepteerd welkom op Fallen Skies |
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum